Kruidentuin

Kruiden worden al sinds mensenheugenis verzameld en verbouwd. Al in de middeleeuwen waren er tuinen bij de kloosters waar vooral geneeskrachtige kruiden werden gekweekt. Hildegard von Bingen, abdis uit de 12e eeuw, kruidengeneeskundige, mystica en componiste, schreef erover. Haar geschriften zijn nog steeds toonaangevend. Zo schreef zij over het groot hoefblad, dat heilzaam is bij onder andere hooikoorts en migraine.

Kruiden zijn altijd belangrijk geweest voor de mens. Ze zouden geesten en ongeluk bezweren. Lange tijd waren ze de enige remedie tegen ziekten en kwalen voor mens en dier. Sint Janskruid, monnikskap en valeriaan zijn bekende geneeskrachtige kruiden. En natuurlijk, we gebruiken rozemarijn, bieslook, tijm en heel veel andere kruiden om onze maaltijd geur en smaak te geven. Ook werden kruiden in dranken gebruikt. We zetten thee van citroenverbena of pepermunt. We gebruiken kruiden ook om alcoholische drankjes geur en smaak te geven, zoals absint, een gevaarlijk drankje op basis van anijs, absintalsem, venkel en aanvullende kruiden. Welriekende kruiden worden gebruikt voor parfums, denk aan lavendel.

Ook Domies Toen heeft een kruidentuin. Die begint vlakbij Domies Toenhoes en gaat verder tegenover de border langs de oude tuinmuur. Er staan keukenkruiden, geneeskrachtige kruiden, parfumplanten en planten om van te snoepen zoals dropplant en toffeegras. Het deel van de kruidentuin vanaf Domies Toenhoes is gebaseerd op knooptuinen. Deze waren in zwang vanaf de late middeleeuwen. Tussen een netwerk van haagjes, bestaand uit lavendel en gamander, staan de kruiden geplaatst. Het deel van de kruidentuin tegenover de muurborder is verdeeld in vakken waar iedere soort zijn eigen plaats heeft.